Op een milde zondagavond ga ik naar Lilia, het nieuwe restaurant van Missy Robbins in Williamsburg. Pete Wells, recensent van The New York Times, kende het restaurant in maart 2016 drie sterren toe en schreef onder andere de volgende, veelzeggende zin: “My one-sentence review of Lilia for the too-long-didn’t-read crowd: Missy Robbins is cooking pasta again.” Het verstrekkende gevolg van die ene zin is dat ik nu in het restaurant in Brooklyn zit, omdat ik meer dan benieuwd ben naar de pasta die Robbins voorschotelt.
Om te beginnen neem ik cacio e pèpe fritelle. Dit is nou écht iets om over naar huis te schrijven. Fuck, man, wat is dát lekker. Het zijn een soort gefrituurde deegballen, gevuld met pecorino en peper. Heerlijk krokant. In een ideale wereld is deze cocktail snack onderdeel van ieder bittergarnituur.
Op de kaart zie ik acht pasta’s en ik kan niet kiezen. Echt, ik kan gewoon níet kiezen, want alles ziet er goed uit. Ik kies voor iets wat spicy en simpel is: rigatoni daviola. Ik had iets meer parmezaan door mijn pasta willen hebben, maar dat is het enige wat ik op te merken heb. De pasta is fantastisch en de saus is ook heerlijk.
Als dessert neem ik soft serve. Dat is een zachte, luchtige vorm van ijs. Erg lekker. Vind ik soft serve meer iets voor in een pretpark vol overdreven rollercoasters en krijsende kinderen? Ja, dat wel. Dit dessert is gewoon iets te simpel voor een restaurant van het niveau van Lilia. Maar, en dat moet ik toegegeven, het is wel erg smakelijk.
Van een fijne ambiance is bij Lilia niet echt sprake. Ik vind het geen gezellige plek en daarom vind ik het geen drama om de metro naar het hotel te pakken. De pasta is goed, maar het restaurant, dat huist in een oude garage, in Williamsburg is niet per se een aanrader.